|
Voorpagina Artikelen Nieuwsbrief 20100701
 |
inhoud:
|
HCC
Beleggen Nieuwsbrief 20100701 |
|
Gaan we naar een
nieuwe recessie?
Bron: Economic
Research, KBC Asset Management NV |
De beleggers zijn
nerveus.
Wie de dagelijkse bokkensprongen op de financiële markten
volgt,
kan er niet omheen: de ene dag lijken alle problemen van de baan, de
volgende dag staat de wereldeconomie aan de rand van de afgrond. De
markten zijn er niet van overtuigd dat het krachtige economische
herstel dat we nu vrijwel overal zien, kan blijven duren. Ze vrezen dat
er krachten in het spel zijn die de economie opnieuw in een
recessie (een dubbele dip) zullen duwen. We bekijken drie mogelijke
krachten in detail.
De Amerikaanse
arbeidsmarkt
De kern van elk optimistisch scenario voor de Amerikaanse economie is
de ontwikkeling van de arbeidsmarkt: worden in de komende maanden
voldoende nieuwe jobs gecreëerd? Meer jobs zullen zorgen voor een
sterkere groei van het arbeidsinkomen. Het arbeidsinkomen kan dan in de
plaats komen van de transfers en tijdelijke belastingverlagingen
waarmee de overheid het gezinsinkomen en de consumptie de voorbije
kwartalen ondersteunde.
De voorbije maanden
waren de arbeidsmarktcijfers voer voor de optimisten.
Maar het arbeidsmarktrapport voor mei stelde teleur. Wanneer abstractie
wordt gemaakt van tijdelijk tewerkgestelde volkstellers kwamen er maar
41 000 nieuwe banen bij. Een voorbode van een (negatieve) kentering op
de arbeidsmarkt? Allicht niet, want andere gegevens over de
arbeidsmarkt hangen een ander beeld op. Ondernemers tonen zich in
enquêtes erg optimistisch over nieuwe aanwervingen en het aantal
aangekondigde vacatures stijgt snel. Het aantal gepresteerde uren door
de werknemers die al aan de slag zijn, herstelt spectaculair. Ook dit
ondersteunt uiteraard het arbeidsinkomen en het was in het verleden
veelal de voorbode van aanwervingen in de toekomst. We blijven dus
hoopvol.
Saneringen in Europa
De meeste westerse landen zullen in de komende jaren flink moeten
saneren om hun overheidsfinanciën onder controle te krijgen. De crisis
rond de euro heeft een aantal landen op dit vlak duidelijk het mes op
de keel gezet. Het tempo waarin de voorbije weken omvangrijke
saneringsoperaties werden aangekondigd, maakt de markten dan ook
ongerust. De markt stelt zich terecht de vraag of het fragiele
economische herstel in Europa wel zal kunnen overleven bij al dit
saneringsgeweld. In de zoektocht naar een antwoord verliest de markt
een aantal zaken uit het oog: de impact van de saneringen op de globale
Europese economie wordt sterk overschat en een aantal positieve
elementen van de eurocrisis worden onder de mat geveegd.
De omvang van de
aangekondigde
maatregelen is relatief.
Uiteraard zijn de maatregelen in Griekenland verregaand. Zo leveren de
Grieken dit jaar al inspanningen die overeenkomen met 7% van het bbp.
In 2011 wordt hier nog eens 4% bovenop gedaan. Daarbij wordt wel
vergeten dat Griekenland maar 2,6% van het bbp van de hele eurozone
vertegenwoordigt. Zelfs wanneer we alle aangekondigde inspanningen in
de eurozone optellen, komt de besparing in verhouding tot het totale
inkomen in de hele muntunie niet hoger uit dan 0,2% van het bbp.
Volgend jaar loopt dit op tot 1%. Niet onaanzienlijk, maar ook niet
draconisch.
Om een rente- en schuldensneeuwbal te vermijden zal ook na 2011 de
broeksriem verder aangehaald moeten worden. De markt hanteert bij de
inschatting van die benodigde inspanningen evenwel een vertekend
startpunt. Door de slechte economische conjunctuur zijn de
begrotingstekorten in heel wat landen nu hoger dan normaal. Er zijn
meer werklozen dan anders en de belastinginkomsten liggen onder het
gemiddelde. Wanneer de conjunctuur verder verbetert, kan een deel van
de tekorten dus vanzelf (d.i. zonder nieuwe maatregelen) verdwijnen.
Volgens de OESO is zo’n 2,5% van het totale tekort in 2010 (6,6% van
het bbp in de EU) een zuiver cyclisch fenomeen. In de VS zou ongeveer
een kwart van het tekort van 10,7% van het bbp spontaan kunnen
verdwijnen wanneer de economie verder herstelt.
De markt houdt daarnaast
onvoldoende rekening met de positieve elementen die uit de eurocrisis
volgen.
Zo noteert de euro ondertussen zo’n 15% lager tegenover de Amerikaanse
dollar dan een jaar geleden.
Een zwakkere euro zorgt voor een verbetering van de concurrentiekracht.
Over een horizon van 12 tot 18 maanden kan dit leiden tot een positief
groei-effect van zo’n 1%.
Het negatieve effect van de saneringen wordt hiermee al grotendeels
gecompenseerd.
Bovendien zal de Europese Centrale Bank allicht langer een soepel
rentebeleid aanhouden. De ECB heeft zich immers ingeschreven in de
logica dat een normalisering van de begrotingspolitiek voorrang zal
krijgen op een normalisering van het rentebeleid.
Oververhitting in
Azië
Een flink deel van de wereldgroei komt nog altijd uit de opkomende
markten. Die draaien al een tijdje op volle toeren. In een aantal
landen zoals China en India werden de afgelopen maanden maatregelen
genomen om die sterke groei wat in te tomen. Hier en daar zijn namelijk
wat vroege signalen van oververhitting merkbaar: de prijsstijgingen
versnellen en in sommige segmenten van de vastgoedmarkt lijken
speculatieve prijsbewegingen op gang te komen. Dit zorgde bij een
aantal beleggers voor de vrees dat er weldra een einde zou komen aan
het groeiverhaal en de wereldconjunctuur zonder motor zou vallen.
Volgens ons is dit zonder meer overdreven. Van een scherpe vertraging
is absoluut niets te merken, de genomen maatregelen kaderen veeleer in
een normalisering van het monetaire beleid en van echte tekenen van
oververhitting zoals uit de hand lopende loon- en prijsstijgingen en
overgewaardeerde aandelen- en vastgoedmarkten is niets te merken.
|
Grondstoffen:
prijzen veren terug op na de sterke daling in mei
Bron: Dexia bank |

De meeste grondstoffenprijzen doken tussen begin mei en begin juni naar
omlaag, omdat de beleggers minder happig waren op risicovolle
beleggingen door de onrust over de overheidsfinanciën in Europa.
De zware begrotingssaneringen zullen op de economische groei wegen en
dus ook een negatieve invloed uitoefenen op de vraag naar
grondstoffen.
Pas vanaf de tweede week van juni veerden de grondstoffenprijzen terug
op, toen de onrust en het economische pessimisme op de markten
afnam.
Het goud, dat aantrekkelijker wordt in onzekere tijden, ontsnapte aan
de algemene daling van de grondstoffenprijzen. De goudprijs
bereikte de voorbije weken zelfs nieuwe recordhoogtes.
De zachte grondstoffen (zoals koffie, cacao, suiker en sinaasappelsap)
werden sinds begin mei eveneens duurder. Maar hier spelen de vraag en
het aanbod een belangrijke rol. |

Zo
is de oogst van cacao in Ivoorkust (dat bijna 40% van de cacao op
wereldvlak produceert) tegengevallen, daardoor dreigt de globale vraag
naar cacao het aanbod ervan in het seizoen 20102011 voor het vijfde
jaar op rij te overtreffen.
En dat terwijl de cacaovoorraden al erg laag zijn.
Vandaar dat de cacaoprijzen in Londen klommen tot hun hoogste peil
sinds 1977 (zie grafiek 2).
De koffieprijzen stegen sinds begin juni fors, door de lagere
koffie-export vanuit Vietnam (de grootste producent ter wereld van
robustakoffie) tijdens de voorbije maanden, de sterke daling van de
koffievoorraden op de Londense beurs en vooral door massale aankopen
van termijncontracten door speculanten die hun posities moesten
indekken. |
De olieprijs (Brent) flirtte begin mei nog met de 90
dollargrens,
maar schommelt sinds half mei tussen de 70 en 80 dollar per
vat.
Op korte termijn zullen de olieprijzen erg wispelturig blijven,
naargelang de risicoaversie van de beleggers toeneemt dan wel
vermindert. Ook de evolutie van de dollar tegenover de euro
speelt een rol (een zwakkere dollar lokt een stijging van de
olieprijzen uit en omgekeerd). Op basis van vraag, aanbod en
voorraden, is een stijging van de olieprijzen niet verantwoord.
Er
is momenteel helemaal geen tekort aan ruwe olie. Volgens
statistieken van Plombeer, is het wereldwijde aanbod van petroleum in
evenwicht met de vraag ernaar (zie grafiek 3). Volgens het
Internationaal Energie Agentschap (IEA) namen de olievoorraden in de
OESO landen in april en mei opnieuw toe.
Op 18 juni waren de Amerikaanse commerciële olievoorraden 3,2% groter
dan het jaar voordien. De Amerikaanse strategische
olievoorraden,
die twee keer zo groot zijn als de commerciële voorraden, bevinden zich
nog dicht bij hun recordpeil van begin januari. Nu de
zomervakantie voor de deur staat, houden de financiële markten de
evolutie van de Amerikaanse benzinevoorraden nauwlettend in het
oog. En die waren op 18 juni 4,2% groter dan een jaar
geleden. Dat is ook het geval met de totale voorraden van
geraffineerde producten, zoals diesel en stookolie (+3,2% op
jaarbasis). Sinds half april nemen deze voorraden zelfs
geleidelijk toe, omdat de Amerikaanse vraag naar olieproducten niet
buitensporig stijgt.
De vooruitzichten voor de vraag naar ruwe olie zijn gematigd.
Het
Internationaal Energie Agentschap (IEA) verwacht voor 2010 een
wereldwijde groei van de vraag naar ruwe olie van 2,0%, wat bijna
volledig toe te schrijven is aan de groeilanden. De OPEC is minder
optimistisch. Na een daling met 1,7% in 2009, ziet het oliekartel de
globale olievraag dit jaar maar met 1,1% stijgen. Het
gemiddelde
van de twee prognoses (namelijk 1,6%), komt overeen met de gemiddelde
jaarlijkse groei tussen 2000 en 2007 (in 2008 en 2009 daalde het
globale olieverbruik als gevolg van de wereldwijde economische crisis).
De groei van de vraag naar ruwe olie zal dit jaar dus niet
uitzonderlijk groot zijn.
In de Golf van Mexico is het orkanenseizoen begonnen. Het
orkanenseizoen, dat volgens de Amerikaanse meteorologen dit jaar het
hevigste zal zijn sinds 2005, duurt nog tot eind november (met een piek
in september) en kan in het geval dat de olie-infrastructuur in de Golf
van Mexico zwaar beschadigd zou worden, de olieprijzen snel naar omhoog
jagen. Maar het zijn vooral de beleggers die tijdens de
volgende
twaalf maanden hogere olieprijzen kunnen uitlokken. Wanneer
de
onrust over de Europese overheidsfinanciën afneemt, zullen de
grondstoffen opnieuw aantrekkelijker worden als
beleggingsalternatief. Daarbij komt nog dat institutionele
beleggers, zoals pensioenfondsen, meer en meer kiezen voor grondstoffen
als diversificatie van hun beleggingsportefeuille. Bovendien zullen de
speculanten na het verdwijnen van de ongerustheid over de
overheidsfinanciën opnieuw anticiperen op een verbetering van de
wereldwijde conjunctuur, met hogere grondstoffenprijzen tot gevolg.
Maar de fundamentele factoren zullen het haussepotentieel van de
olieprijzen tijdens de volgende twaalf maanden beperken (een herhaling
van de spectaculaire stijging van de prijzen zoals in de eerste helft
van 2008 is weinig waarschijnlijk). De groei van de
wereldwijde
vraag naar ruwe olie zal niet buitensporig zijn. Daarnaast zijn de
olievoorraden nog altijd erg comfortabel. Bovendien beschikt
de
OPEC, die tevreden lijkt met de huidige prijzen, nog over een ruime
buffercapaciteit (zonder Irak 5,3 miljoen vaten per dag in
mei).
In geval van een productieonderbreking (bijvoorbeeld in de Golf van
Mexico) zal ze haar productiequota optrekken, omdat een te hoge
olieprijs het prille economische herstel in de kiem kan smoren en zo
ook de vraag naar ruwe olie.
|
Stresstests en een
Chinese verrassing?
Bron: Dexia bank |
De aankondiging van de stresstests op de grootste Europese banken en de
nakende publicatie ervan heeft de markten enigszins gerustgesteld. Toch
moeten we voorzichtig blijven zolang de overheidstekorten in de
actualiteit staan, ook nu de plannen voor de afbouw van de schuld
werden bekendgemaakt.
Dé verrassing dit weekend kwam uit Chinese hoek. Het
land kondigde aan
dat het zijn munt binnenkort in waarde wil laten stijgen. Een beweging
die weliswaar niet in één keer zal gebeuren, maar veeleer in
verschillende stappen. Het zou het land immers te veel destabiliseren.
Het nieuws beantwoordt allicht aan de Amerikaanse eisen, want China
hield de yuan op een kunstmatig laag niveau, waardoor de export het erg
goed bleef doen ten koste van andere landen.
Een uitspraak doen over de gevolgen van een dergelijke beslissing, is
voorbarig. Zodra er een duidelijke kalender vastligt, zal een evolutie
naar meer evenwicht in de handelsstromen merkbaar zijn.
De ECB speelt nog altijd een essentiële rol om de huidige crisis te
temperen. De bank aanvaardt namelijk zonder enige beperking de effecten
die haar worden aangeboden, ook al werkt ze met disagio’s die variëren
naargelang van de categorie. Voor Griekenland hanteert ze een bijkomend
disagio van 5 % om rekening te houden met de downgrade op Griekse
effecten (de rating van Moody’s zakte van A3 naar Ba1). De Griekse
schuld wordt dus als speculatief bestempeld. |
Analyse regio’s en
sectoren
Bron: Economic Research, KBC Asset Management NV |
Energie
De olieramp in de
Golf van Mexico heeft de energiesector alle wind uit de zeilen genomen.
Nochtans zijn alle ingrediënten voor een sterk herstel van de winsten
aanwezig. Door de sterke vraag naar olie vanuit de opkomende markten
wordt de olieprijs fundamenteel ondersteund. De strenge winter zorgde
bovendien voor een fors herstel van de gasprijs. De
oliemaatschappijen zagen hun raffinagemarges toenemen.
Bovendien
verstevigde de Amerikaanse dollar fors tegenover de euro en het Britse
pond. Dat zorgde voor een extra hefboom op de winstontwikkeling van de
oliebedrijven, want hun inkomsten worden nog altijd in dollar
uitgedrukt. Maar die positieve elementen zijn door de olieramp volledig
naar de achtergrond verdwenen. Vooral de hoofdrolspelers BP, Trans
ocean en Halliburton werden de voorbije weken zwaar afgestraft. De
toekomst zal uitwijzen of dat terecht is. Belangrijker is dat de
koersontwikkeling in de rest van de sector er nauwelijks onder geleden
heeft.
De langetermijnvooruitzichten voor de energiesector blijven solide.
Tegen de huidige olieprijs zijn de meeste projecten rendabel. Nieuwe
oliebronnen aanboren wordtevenwel almaar duurder. Investeringen in
bijkomendeproductiecapaciteit zullen alleen gebeuren als de
olieprijsboven 75 dollar per vat blijft noteren. Na de sterke
kwartaalresultaten was de sector toe aan een stevige inhaalbeweging. De
waardering van de oliemaatschappijenhoudt nog altijd geen rekening met
de stijging van deolieprijs doorheen 2009. Omdat we ervan uitgaan dat
deolieramp vooral een bedrijfsspecifiek verhaal is, is de waardering
van de sector de voorbije weken nog aantrekkelijker geworden. Als het
olielek gedicht kan worden en de uiteindelijke schade eindelijk
meetbaar is, kan dat voor een zucht van opluchting zorgen en de sector
vleugels geven.
Technologie
 Met het thema Technologie verhogen we het cyclische
karakter van de
portefeuille. De sector zal als eerste profiteren van een herstel van
de bedrijfsinvesteringen. Software en hardware hebben een korte
levensduur (snelle vervangingsvraag) en er komt een nieuwe
productcyclus aan. De keuze voor de technologiesector is ook een uiting
van onze voorkeur voor Amerikaanse aandelen. Er zijn nu eenmaal veel
meer Amerikaanse technologiebedrijven dan Europese. De verwachte
winstgroei (+49% in 2010 en +14% in 2011) weerspiegelt zich niet in een
overdreven waardering. De sector noteert aan een koers-winstverhouding
van 12,7. Daarmee is de sector nauwelijks duurder dan de brede
wereldindex. De waardering is zeker niet hoog voor een sector die heel
wat minder risicovol is dan tien jaar geleden (na het uiteenspatten van
de ‘TMT bubble’ bleven alleen de gezonde bedrijven over) en toch een
bovengemiddelde groei kan voorleggen.
Azië &
Global Leaders
De waardering van de Aziatische aandelenmarkten blijft aantrekkelijk,
ondanks een duidelijke outperformance tegenover de brede wereldindex in
het voorbije jaar. De MSCI Emerging Asia-index noteert aan een
koers-winstverhouding van 11,1, een korting van 8% tegenover de
wereldindex. Die korting was vroeger misschien wel groter, maar toen
waren de risico’s in de regio ook groter. Een aantal beurzen in de
regio (Korea, Taiwan) hebben een hoog technologiegehalte (een van de
andere thema’s in de portefeuille).
In de aandelenportefeuille is ook plaats voor bedrijven met een grote
internationale uitstraling die marktleider zijn in hun domein en een
belangrijk deel van hun omzet uit de (Aziatische) opkomende markten
halen. Deze bedrijven hebben de meeste prijszettingsmacht en zijn
minder kwetsbaar voor de groeiperikelen in het Westen.
High Interest
Met
het herstel van de wereldeconomie en de financiële markten
keerde
ook de risicoappetijt van beleggers voor hoogrentende munten terug. Op
zoek naar een hoger obligatierendement dan wat euro of Amerikaanse
dollar kunnen bieden, vinden ze hun gading ook dicht bij huis. De
Centraal-Europese munten zijn aantrekkelijk.
Vooral de Poolse zloty en Hongaarse forint bieden een aantrekkelijk
couponrendement en hebben heel wat potentieel tegenover de euro.
Ook de Turkse lira is interessant. Turkije heeft goede
groeivooruitzichten. Dankzij structurele hervormingen is het
investeringsklimaat in Turkije aanzienlijk verbeterd en is de economie
veel stabieler geworden. De lira heeft nog opwaarts potentieel. De munt
zal onder meer steun vinden in de toenemende renteverschillen tussen
Turkije en de eurozone. In de loop van de volgende maanden zal de
Turkse centrale bank haar basisrente verhogen. In het zog van het
conjunctuurherstel neemt namelijk ook de opwaartse inflatiedruk toe.
De Australische dollar is een buitenbeentje. Met een tarief van 4,50%
hoort de beleidsrente in Australië veruit tot de
hoogste in
de westerse wereld. Begin juni hield de Australische Centrale Bank de
rente onveranderd, maar ze maakte duidelijk dat in de komende maanden
nog renteverhogingen kunnen volgen. Het relatieve renteverschil met
Europa en de VS zal dus nog verder toenemen en de AUD blijven
ondersteunen. In Brazilië heeft de centrale bank haar beleidsrente
verhoogd om oververhitting van de economie tegen te gaan. De huidige
beleidsrente van 9,5% kan in de nabije toekomst nog hoger.
De Aziatische munten kwamen de voorbije maanden onder opwaartse druk.
In het zog van het krachtige conjunctuurherstel in Azië herstelden ook
de investerings- en beleggingsstromen richting de regio. De voorbije
weken hadden verschillende munten wel te lijden onder de wereldwijde
opstoot van risicoafkeer die de schuldencrisis in de eurozone
teweegbracht. Sterke uitvoerprestaties, gezonde economische fundamenten
en aanhoudende kapitaalstromen kunnen samen met een verwachte
versteviging van de Chinese yuan de munten in de regio verder
ondersteunen. De centrale banken van de meeste landen in de regio maken
zich op voor een verkrapping van het monetaire beleid. In een aantal
landen (India, Maleisië, Singapore) werd de beleidsrente al
verhoogd. |
Valuta analyse
Turkse Lira
Bron: Dexia bank |
Vooruitzichten en algemene beschrijving van de marktevolutie van de
EUR/TRL (Turkse lira), gebaseerd op de recentste gegevens en analyses.
Vooruitzichten
Omwille van het mooie rentevoordeel (9 % per jaar op 5 jaar) is de
Turkse lire een interessante diversificatiemunt voor beleggimiddellange
termijn. Hierbij dienen beleggers zich evenwel terdege bewust te zijn
van het wisselrisico.
Algemeen
Turkije werd begin 2009 bijzonder zwaar getroffen door de crisis, sinds
het vierde kwartaal is er echter beterschap in zicht (herstel export,
industriële productie).
Na een krimp met 4,7 % in 2009, zou de economie in 2010 opnieuw met 3,5
% moeten groeien.
Sinds eind november veerde de Turkse lire met 12% op tegenover de euro.
De dynamische belegger kan beperkte posities in Turkse lire innemen.
|
Pro |
|
1 |
Structurele hervormingen met het oog op toetreding tot de EU. |
2 |
Grote rentespread (9 % per jaar op 5 jaar) maakt van de Turkse
lire een
interessante diversificatiemunt voor de dynamische belegger. |
3 |
De cyclus van renteverlagingen is wellicht ten einde. Een
eerste
renteverhoging in de tweede helft van jaar is mogelijk. |
4 |
Geraamde groei eerste kwartaal: 10% |
|
|
Contra |
|
1 |
Politieke situatie blijft een heikel punt. |
2 |
Oplopend overheidstekort en tekort op lopende rekening. Turkije
is
afhankelijk van buitenlandse kapitaalstromen. |
3 |
Hoge inflatie (raming april: 8%) |
Rendement |
|
|
|
|
24/06/2010 |
Huidig |
3 maanden geleden |
6 maanden geleden |
1 jaar geleden |
EUR/TRY |
1,96 |
2,08 |
2,21 |
2,11 |
Officiële KT rente |
6,50 |
6,50 |
6,75 |
9,75 |
|
|
Voordat ik komende week een ander timing instrument zal beschrijven
eerst nog even een terugblik op mijn voorgaande artikel.
Zoals ik al schreef vind ik het erg leuk om over markt timing te
schrijven, zeker als over actuele zaken gaat. In mijn recente artikel
over timing met het Gann Wheel werd de datum van 18 juni als
significant omschreven. 18 juni was het 240 graden punt van het Gann
Wheel dat werd gestart op de theoretisch berekende top op van 16
oktober 2009. Hoe heeft de AEX koers zich de afgelopen periode bewogen
en werd 18 juni inderdaad een significante datum?
In dit geval zegt een plaatje meer dan 1000 woorden……
Één 1 handelsdag later op maandag 21 juni werd een top gezet. Ook nu
heeft het Gann Wheel weer een puik staaltje van markt timing laten
zien. De ingenomen short positie staat momenteel op 89% winst in
slechts 7 dagen tijd! Vol verwachting kijk ik uit (en u hopelijk ook)
naar het 270 graden punt dat halverwege juli valt.
Onbesproken is nog een inschatting van de richting en kracht van de
beweging, het artikel uit van bijgaande link geeft daar wat meer
inzicht in. http://ronaldkars.nl/node/6682
Één dag na het 240 graden punt werd de daling ingezet….. een puik
staaltje markt timing
Dit artikel is geschreven op 1 juli door Ronald Kars (1963). Ronald
Kars is al weer zo’n twintig jaar actief beurshandelaar, met
zijn
analyses is hij altijd op zoek naar kruispunten van tijd, prijs en
kracht. |
Waarschijnlijk geen
nieuwe conjunctuurinzinking.
Bron:
KBC bank |
Geen reden tot
pessimisme
De wereldeconomie is er veel beter aan toe dan we in Europa ervaren.
-
De wereldeconomie groeit sterker dan gemiddeld in
de
voorbije 40 jaar, van inflatie is geen sprake en de bedrijven boeken
spectaculaire winststijgingen.
De groeibijdrage van Europa bleef de voorbije maanden evenwel beperkt.
Ook de groeivooruitzichten blijven minder rooskleurig dan in de rest
van de wereld.
- In heel wat landen is een grondige sanering van
de overheidsfinanciën noodzakelijk.
-- Dat zal op de economische groei
wegen, maar
overschat de negatieve invloed niet. Het gaat weliswaar over tientallen
miljarden euro’s, maar de sanering wordt meestal gespreid over een
periode van tien jaar.
- Europa speelt geen hoofdrol in ons economisch scenario. Het effect
van de mindere groeivooruitzichten in Europa op de rest van de wereld
is verwaarloosbaar. Conjunctuurpessimisme is dan ook volledig ongepast.
De Europese economie kan zich
alvast optrekken aan de goedkopere euro.
- De euro staat vandaag 18% lager tegenover de
dollar dan begin 2010.
- Een zwakkere euro zorgt voor meer groei en meer
inflatie.
- Vooral de uitvoergerichte en concurrentiële
Duitse economie profiteert hiervan.
Waar komen de begrotingstekorten vandaan?
De grote begrotingstekorten zijn een rechtstreeks gevolg van de
voorbije recessie.
- Lagere belastingsinkomsten en hogere sociale
uitgaven.
- Ook de maatregelen om de recessie tegen te gaan,
sloegen een gat in de overheidsfinanciën.
- In de jaren van hoogconjunctuur (2003-’07)
hadden de
overheden nauwelijks of geen reserves aangelegd. België was geen
uitzondering.
De steunmaatregelen aan de financiële sector in 2008-’09 en recenter
aan Griekenland liggen dus niet aan de basis van de ontwrichting van de
overheidsfinanciën.
- De maatregelen zijn kapitaalverrichtingen,
gefinancierd
door de uitgifte van obligaties. Ze verlopen dus niet via de begroting
(maar doen wel de bruto staatsschuld toenemen).
- De overheden hebben bankaandelen en Griekse
obligaties
in handen gekregen. Door die later te verkopen, kan de schuld
terugbetaald worden. Bovendien zijn dan eventuele meerwaarden mogelijk.
Ondertussen is er wel een positief effect op de begroting. België leent
zelf aan 3,5% en leent uit aan Griekenland aan 5%.
Risico van nieuwe
conjunctuurinzinking is beperkt
Een nieuwe conjunctuurinzinking (“double dip”) is altijd mogelijk, al
was het maar omdat een externe schok nooit uit te sluiten is.
- Als de Amerikaanse economie te weinig banen
creëert om de consumptiegroei te ondersteunen.
- Als de overheden meer en sneller moeten saneren
dan de economie aankan.
- De financiële sector blijft
kwetsbaar.
Maar er is minstens evenveel kans op een scenario waarbij de economie
sterker groeit dan verwacht.
- Door een sterker dan verwachte opleving van de
bedrijfsinvesteringen.
-- Te lang uitgesteld tijdens de
crisis. Een inhaalbeweging dringt zich op.
-- Bedrijven zijn gezond en beschikken
ook over de middelen om te investeren.
- Ook de recente ontwikkelingen op de Amerikaanse
arbeidsmarkt pleiten voor dit scenario, zelfs al viel het jongste
arbeidsmarktrapport op het eerste gezicht wat tegen.
-- Het totaal aantal gewerkte uren is
verrassend
gestegen. Dat doet vermoeden dat er in de nabije toekomst veel nieuwe
jobs bijkomen, maar het zorgt vandaag al voor een stijging van het
beschikbare inkomen.
Neerwaartse druk op
inflatie
De kerninflatie, de inflatie zonder wispelturige energie- en
voedselprijzen, kan in Europa en in de VS nog verder dalen.
- De ontwikkeling van de arbeidskosten is de
belangrijkste factor voor de toekomstige inflatie.
- Door de hoge werkloosheid stellen de werknemers
nauwelijks looneisen.
In een omgeving van matige groei (althans in het Westen) en zonder
inflatie is er geen reden waarom de geldmarkt- en de obligatierente
zouden stijgen.
- De centrale bankiers zullen de sanering van de
begroting niet verstoren door een hogere rente.
- Een eerste renteverhoging in de VS en Europa
verwachten we pas laat in 2011.
De obligatiemarkten lopen traditioneel een aantal maanden vooruit op
die renteverhogingen. De obligatierente kan dus nog lang rond de
huidige niveaus schommelen.
Zwakke economie,
zwakke bedrijfswinsten?
De bedrijven uit de Amerikaanse S&P 500-index boekten in de
eerste
drie maanden van 2010 een gemiddelde winststijging van 112% tegenover
dezelfde periode van 2009.
- Deze spectaculaire groei wordt wat vertekend
door het
resultaat van de Financiële sector die in het eerste kwartaal van 2009
massale afschrijvingen moest doen. Maar zelfs zonder die sector steeg
de winst per aandeel het voorbije jaar nog altijd met 68%.
Ook voor heel 2010
wordt op een mooie stijging van de bedrijfswinsten gerekend (+48%
inclusief de financiële sectoren).
- Tegen de achtergrond van een meer dan
behoorlijke groei
van de wereldeconomie en een sterke loonmatiging lijken die
verwachtingen gemakkelijk haalbaar.
- Of de verwachtingen voor 2011 gehaald worden
(winststijging van 18%), hangt af van de kracht van het economische
herstel in de komende maanden. |
Gehaaide verkopers:
herken ze!
Bron Afm |
Je wordt 's avonds gebeld. Op de achtergrond hoor je
rinkelende
telefoons en een hoop kantoorgeluiden. Er wordt overduidelijk hard g ewerkt.
De persoon aan de andere kant van de lijn wekt de indruk verstand van
beleggen te hebben. Hij doet je een goede aanbieding met een (te)
aantrekkelijk rendement. Je moet wel snel beslissen want anders zijn de
aandelen aan een ander verkocht.
De meeste mensen denken dan: daar trap ik echt niet in. Maar vergis je
niet. Er zijn ieder jaar weer veel mensen in Nederland die de
verlokkingen niet kunnen weerstaan. Ook mensen die dachten nooit
overstag te gaan. Want het blijken gehaaide verkopers. Om een
betrouwbare indruk te wekken, doen ze eerst alsof je alleen een klein
bedrag kunt investeren. Snel daarna word je weer gebeld met de
mededeling dat je veel winst hebt gemaakt. Die winst zie je slechts op
papier.
En dan is het hek van de dam. Je wordt overgehaald om grotere bedragen
te investeren. Nadat je dit gedaan hebt, hoor je opeens niets meer. De
organisatie is telefonisch niet bereikbaar en je blijft uiteindelijk
met aandelen zitten die niets waard of nep blijken te zijn. Maanden
later word je wéér telefonisch benaderd. Dit keer door een onderneming
met een andere naam, maar zeer waarschijnlijk door dezelfde oplichters.
Dit bedrijf wil jouw aandelen kopen. Je hoeft daarvoor alleen een
borgsom te betalen. Uiteraard hoor je daarna niets meer en ben je voor
een tweede keer opgelicht.
Het aanpakken van dit soort constructies (boiler rooms) in Nederland is
niet eenvoudig. Dit komt omdat de bedrijven vaak in het buitenland zijn
gevestigd. Bovendien veranderen de organisaties snel van naam. De
afgelopen maanden heeft de Autoriteit Financiële Markten (AFM) tegen 8
verschillende boiler rooms gewaarschuwd (www.afm.nl/nieuws).
Voorkomen is dus beter dan genezen. Ga altijd na met wie je zaken doet
en raadpleeg de registers van de AFM (www.afm.nl/registers)
hiervoor. Check op internet via zoekmachines of er iets bekend is over
de aanbieding, maar pas natuurlijk ook op dat je niet in professioneel
uitziende websites (nepsites) trapt.
|
Zet vast in uw
Agenda:
|
HCC Beleggen Symposium no
55 6 november 2010

Ook voor de organisatie van het 55ste Symposium zijn we op
zoek
naar mensen die een bijdrage willen leveren aan deze activiteit van
onze vereniging. HCC Beleggen Symposia worden altijd door en
voor
medebeleggers georganiseerd.
Met meer mensen kunnen we immers meer doen en dat maakt het bovendien
ook veel gezelliger. Enkele voorbeelden zijn: |
|
-
HCC
Beleggen leden die een lezing willen geven over hun manier van
beleggen. Denk hierbij aan: optiebeleggen,
aandelenbeleggen, beleggingsfondsen, onroerend goed, technische
analyse, fundamentele analyse, emotie en beleggen etc, etc.
- het coördineren en organiseren van onze HCC
Beleggen symposia;
- het verrichten van (deel)taken tijdens beurzen;
- public relations;
- het behartigen van de commerciële zaken.
Uiteraard
mag u zich aanmelden in groepjes. Dus als u, eventueel samen met
medebeleggers, onze vereniging wilt helpen laat het ons dan weten.
Trefwoorden hierbij zijn: vele handen maken licht werk, het moet vooral
leuk blijven, zo doe je ook nog eens interessante contacten op. Denk
aan het geven van een aardige lezing, met anderen handelsstrategieën
uitwerken, software onder de knie krijgen of gewoon een groep vormen
waarmee je samen de markt analyseert/bespreekt. |
Lijkt
het u iets om actief te worden? Heeft u vragen over de functies of
heeft u goede ideeën voor onze vereniging? Meld u zich dan via de website ...
een
echte vereniging kan niet zonder u als actief lid. |
|
© 2021 Hcc Beleggen Website
|
|